Big in Japan

Lockdown, corona, quarantaine’. Drie woorden die voor en tijdens mijn reis nooit in m’n gedachten opdoken en die ik nooit in mijn blog verwachtte te gebruiken (en ook nooit had moeten neerpennen zonder uitstelgedrag). Mijn eerste gedachten gaan uit naar al de mensen die ik het voorbije jaar ontmoette en in veel gevallen niet kunnen terugvallen op een sterke gezondheidszorg en sociaal systeem, laat staan een overheid die duidelijke en correcte informatie verspreidt. Ik hoop dat jullie en je hele familie hier allemaal goed doorheen komen. Ik zie ook dat de meeste fietsers die mijn pad kruisten gezond en wel terug vervroegd thuis zijn gekomen of zichzelf hebben opgesloten in een hutje in Nieuw-Zeeland, Thailand of Australië. Zelf ben ik blij dat ik thuis zit en niet meer ergens op de fiets rondzwerf in deze bizarre tijden. Wat een korte tijd geleden nog als vanzelfsprekend leek, fietsen naar Tokio en bij terugkomst een pintje drinken met de vrienden, is dat nu (even) niet meer. Momenteel zit ik opgesloten in een huis samen met vier vrouwen (ik weet niet of ik hier als jongen van droomde of het mijn ergste nachtmerrie was) en kuis ik mijn gat af met toiletpapier versierd met lama tekeningen. Vreemde tijden. Maar genoeg over de huidige situatie. Ik zou zeggen, hou jullie goed en geniet van de kleine dingen. Hoog tijd om ‘vanuit mijn kot’ even terug te blikken op de laatste drie weken van mijn avontuur, in het land van de rijzende zon.

Terug naar 1 december, wanneer ‘corona’ nog louter een biermerk en een Belgische verzekeringsmaatschappij was, die momenteel verdacht weinig reclame op de radio maakt. Het lijkt al een eeuwigheid geleden dat ik in Osaka ergens op een platform in de zee landde na een slapeloze nachtvlucht van 3 uur uit Hanoi, op een andere luchthaven dan ik voor ogen had. Samen met mijn permanent snurkende Vietnamese buurman zetten we voet aan land in opnieuw een andere wereld. Een wereld waarin alles wat moderner, ‘westers’ en eigenlijk ‘een beetje meer zoals thuis’ is, maar dan anders… Wanneer ik een broodnodige taxi richting het centrum neem word ik met de neus op de feiten gedrukt dat ook de prijzen terug ‘een beetje meer zoals thuis’ zijn. Prijzig maar correct. Gedaan met onderhandelen. De taxichauffeur toont me een duidelijke prijslijst waarbij op zondagen ook een duurder tarief gehanteerd wordt. Gelukkig ben ik nog niet zo scherp van geest en lukt het omrekenen van Yen naar Euro niet in een mum van tijd. Hoe dan ook, met een zware fietsdoos die haar bestaan enkel nog te danken heeft aan kilo’s Vietnamese ducttape en bubble wrap, plus nog enkele fietstassen, stap ik graag bij deze vriendelijke Japanner in de taxi. Het zijn de laatste weken van mijn reis en vanavond arriveert Laura ook in Osaka. Ik beslis om me om niks druk te maken en nog gewoon drie weken volop te genieten.

Als gevolg van mijn strak fietstempo door het moordend warme Zuidoost Azië heb ik me aan een (aangepaste) belofte kunnen houden: Op 2 december vier ik mijn 30ste verjaardag samen met Laura. En wat ben ik hier blij om. Osaka is de tweede grootste ‘metropoolregio’ in Japan en een leuke stad om enkele dagen in door te brengen. Eten en drinken zijn van toevallig één van onze specialiteiten en deze stad lijkt daar de ideale locatie voor.

Ondertussen hoor ik al lang tot de generatie 30 plussers, de zogenaamde tram 3. In de eerste weken op deze tram fiets ik mijn laatste kilometers van de trip, met enkele tussenstops op weg naar Tokio. Wanneer ik kilometers maal op de fiets, opnieuw aan de linkerkant van de weg, brengt Laura tijd door in het efficiënte en stipte openbaar vervoer van Japan. Elke avond worden we herenigd in een leuk Japans hotelletje en zo beleven we mijn vijf laatste fietsdagen toch een beetje samen.

Ik sta voor een rood licht. Samen met een vijftal autobestuurders wacht ik geduldig. Een koude wind blaast door de straten. Nog steeds geen groen licht. En nog steeds geen enkele persoon verschenen op de kruisende straat. Eigenlijk staan we hier weer allemaal nutteloos onze tijd te verdoen. Groen! Optrekken maar! En 300 meter verder staan we weer met z’n allen stil. Het volgende verkeerslicht. Hoe ga ik ooit op deze manier in Tokio geraken? Ik kan weinig slechts zeggen over Japan. Meer nog, ik ben zelfs grote fan! Maar hun focus op veiligheid neemt waanzinnige proporties aan. Dit uit zich dus onder meer aan een ‘overkill’ aan verkeerslichten, waardoor het verkeer niet altijd even vlot verloopt. Ik hou me uiteraard flink aan de regels. Een minuut vroeger of later aankomen in Tokio gaat het verschil niet maken.

Het is 13 december 2019. Vrijdag de 13de. Hier sta ik dan, aan de ‘Tokyo Tower’. Het zit erop. Wat een raar gevoel. Geen uitgebreid ontvangstcomité, maar de belangrijkste persoon is er wel. Of dat verwacht ik toch. Waar is Laura? Uiteraard hangt er net nu uitzonderlijk geen vrij Wifi netwerk in de lucht. Na wat rond zoeken komt ze enthousiast op mij af gehuppeld. 23 375 kilometer en 461 dagen nadat ik van Gasthuisberg afdaalde sta ik hier in hartje Tokio. Ik kan niet beschrijven hoe ik mij voel. Euforisch? Niet echt. Trots? Een beetje. Dit gaat allemaal even moet bezinken.

Tijd om even tot rust te komen is er die avond niet. We zijn door JALSA (de Japanse ALS Liga) uitgenodigd op het Serika Fund Award en ik mag als ‘special guest’ een speech geven. Het hartelijke ontvangst van de mensen van JALSA (en in het speciaal Tadahiko san) is ongelofelijk. Zowel in Kyoto, in Hakone en in Tokio staan we keer op keer versteld van de gastvrijheid en de vriendelijkheid van de Japanners. We ontmoeten geweldige mensen. ALS patiënten, dokters, professoren, robot ontwikkelaars en een heleboel andere mensen met het hart op de juiste plaats. Ondanks de taal- (en cultuur)barrière is de interactie telkens enorm warmhartig. We zullen ook Japan verlaten met een hoop onvergetelijke ontmoetingen en herinneringen.

Ons bezoek aan Japan is een voltreffer. Het is hier zo anders dan de rest van de Aziatische landen die ik doorkruiste. Japan overstijgt al mijn verwachtingen en heeft, naast Japanse toiletten, nog zo veel meer te bieden. Op cultureel en culinair gebied, maar ook de natuurpracht valt niet in één bezoek te vatten. De ‘oude’ en ‘nieuwe’ Japanse cultuur zijn duidelijk te onderscheiden en alomtegenwoordig. Van de Hello Kitty shop loop je zo een eeuwenoude tempel binnen. Kyoto biedt een ongeziene hoeveelheid prachtige tempels, in Osaka eten we het ene nieuwe gerecht na het andere, Tokio is behoorlijk rustig en aangenaam. Ik had nooit verwacht over een miljoenenstad te kunnen zeggen: ‘Hier zou ik wel kunnen wonen’.

In Tokio ontmoeten we voor het eerst Mr. Tamura, de baas van mijn vader en zijn dochters Shueri en Marion Tamura. De foto’s van aan de andere kant van de wereld die ik in mijn kindertijd te zien kreeg, zijn nu mensen van vlees en bloed met een oprechte glimlach op hun gezicht.

Japan was een meer dan waardige afsluiter van mijn avontuur. Aan iedereen die we ontmoetten in Japan en zo goed voor ons zorgde, bedankt! We zullen dit nooit vergeten. Extra dank aan alle mensen van JALSA, Mr. Masuda, Yumiko Kawaguchi en de zovele andere Japanners die de ALS Liga steunden. Maar liefst 1600 euro werd er gedoneerd vanuit Japan!

Ook een dikke merci uiteraard aan alle anderen die de ALS Liga steunden. Dankzij jullie heeft mijn tocht een totaalbedrag opgeleverd van 8401 euro!

Verder ook bedankt aan iedereen die mij gevolgd heeft en op één of andere manier heeft gesteund. In het bijzonder mijn ouders, vava, Corneille en Catherine, maar vooral Laura. Zonder je dagelijkse steun had deze onderneming een stuk moeilijker geweest en je bezoeken gaven een extra dimensie en altijd extra kracht (ondanks het zware afscheid, keer op keer).

Het avontuur zit erop. Duizenden verhalen zijn nog niet verteld, maar zullen ongetwijfeld voor de rest van mijn leven tussen pot en pint terug tot leven geroepen worden. Ik sluit trouwens niet uit dat er een extra blog komt, maar ik maak geen belofte. Hou de pagina dus in de gaten.

20191210_050028536_iOS

Tractor en Fuji!